“Caroline had net haar hoogzwangere dochter geholpen om het matrasje in het kinderbedje op maat te maken. Echter, zij zou de dag dat de tweeling geboren zou worden, de dag die haar tot een trotse oma zou maken, niet meemaken”. Met onder meer deze woorden duidde de officier van justitie de gruwelijke impact van het steekincident in Zwolle, op 2 juli 2024, gisteren precies een jaar geleden. Het Openbaar Ministerie verdenkt een 31-jarige Albert B. uit Zwolle ervan dat hij het slachtoffer, een vrouw van 67 jaar, met messteken om het leven heeft gebracht. De man hoorde 16 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging tegen zich eisen voor de moord.
Het slachtoffer was op klaarlichte dag bezig haar spullen achter in de auto te laden toen de verdachte haar met een koksmes aanviel. Zij overleefde de aanval niet. Zo werd totaal onverwacht een hele familie in diepe rouw gedompeld. De aanval voltrok zich overdag, midden in een woonhofje waar veel jonge gezinnen met kinderen wonen. “Het gevoel van veiligheid en geborgenheid van de bewoners van het hofje is door deze gebeurtenis ernstig aangetast”, stelde de officier van justitie. De verdachte werd de volgende dag aangehouden. Dat had hoge prioriteit. “Iemand die tot een dergelijk barbaars en volstrekt lukraak delict in staat is, kan wellicht opnieuw toeslaan. Alleen al dat gegeven kan aanleiding zijn voor zeer grote onrust en gevoelens van onveiligheid onder de bevolking.”
Op de plaats van het steekincident werd de verpakking van een koksmes gevonden. Dankzij een oplettende kassière van de Hema, kon een recente koop van zo’n koksmes, worden gekoppeld deze verdachte. De volgende dag werd in een rioolputje het desbetreffende mes zelf gevonden met daarop DNA van de verdachte en vezels van het vest dat het slachtoffer droeg. Daarnaast bleek uit camerabeelden waarop verdachte te zien was, dat zijn route en de tijdstippen exact pasten bij het tijdpad waarbinnen het steekincident plaatsvond. Tegenover de politie en de rechtbank heeft verdachte tot aan de inhoudelijke zitting, een jaar later, pertinent ontkend iets met de dood van de 67-jarige vrouw te maken te hebben.
Om te bepalen of de verdachte toerekeningsvatbaar is voor zijn daden, is hij psychologisch en psychiatrisch onderzocht. De deskundigen hebben geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan een vorm van schizofrenie met bijbehorende psychoses. Om iemand volledig ontoerekeningsvatbaar te kunnen verklaren moet onder andere worden aangetoond dat de psychische stoornis ten grondslag lag aan het incident. Denk bijvoorbeeld aan waanideeën. De officier van justitie: “Ik kom in deze zaak tot de conclusie dat het gedrag van de verdachte wel ten dele, maar zeker niet volledig werd bepaald door zijn ziekelijke stoornis.” Van volledige ontoerekeningsvatbaarheid kan dan ook geen sprake zijn.
De officier: ”Het gaat om een zeer ernstig, schokkend feit waarvoor een lange gevangenisstraf op zijn plaats is. Ik hou hierbij wel rekening met een verminderde toerekeningsvatbaarheid. Alles afwegende acht ik een gevangenisstraf van 16 jaar passend. Daarnaast is tbs met dwangverpleging de enige optie om de maatschappij tegen deze verdachte te beschermen”. Mocht de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van moord (primair) komen, dan vraagt het OM de rechtbank om de man te veroordelen voor doodslag (subsidiair).
Politie zoekt naar getuigen in zaak overleden vrouw Lortzinghof en het Nicolaihof