In aanloop naar de nieuwe verkiezingen in oktober maken Nederlanders maken zich het meest zorgen over internationale veiligheid en de woningnood. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Citisens onder bijna 18.000 leden. Hiernaast maken kiezers zich zorgen over klimaatverandering, vluchtelingen en asiel, verschillen in de samenleving en goede zorg. Gevraagd naar drie partijen die in aanmerking komen voor een stem om deze zorgen het hoofd te bieden worden GroenLinks/PvdA, CDA, PVV en VVD het meest genoemd.
Hoewel kiezers gemengde gevoelens van teleurstelling en opluchting hebben over de val van het huidige Kabinet zijn de zorgen onverminderd groot. Jochem Hoogenboom van onderzoeksbureau Citisens: “De zorgen van de kiezer zijn uitgesproken en urgent. Van veiligheid tot woningnood, van klimaatverandering tot de opvang van vluchtelingen. De vraag voor de komende maanden is welke antwoorden het demissionaire kabinet en de politieke partijen hebben op deze zorgen van Nederlanders”.
Nederlanders maken zich het meest zorgen over veiligheid in de wereld (52%). Deze zorgen richten zich op de aanhoudende conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten en de mogelijke gevolgen hiervan voor Nederland. Bijna de helft van de Nederlanders (46%) noemt de woningnood in de top 3 van grootste zorgen. Het gaat hierbij om de eigen woonsituatie, die van de kinderen en die van jongeren in het algemeen. Veel Nederlanders zijn gefrustreerd over het tekort aan woningen en de hoge prijzen waardoor een eigen huis voor steeds meer mensen buiten bereik raakt.
De zorgen over klimaatverandering (41%) en vluchtelingen en asiel (39%) verschillen de zorgen sterk tussen kiezersgroepen aan de rechter- en linkerzijde van het politieke spectrum. Kiezers die bij de vorige verkiezingen stemden op Partij voor de Dieren (82%), GroenLinks/PvdA (81%), ChristenUnie (69%), D66 (68%) en Volt (68%)[IS1.1] maken zich grote zorgen over klimaatverandering. Zij vrezen dat als politiek en samenleving onvoldoende actie blijven ondernemen, dit zal leiden tot ingrijpende en onomkeerbare schade.
Kiezers die bij de vorige verkiezingen stemden op PVV (84%), Forum voor Democratie (82%), JA21 (70%) en BBB (65%) noemen de zorg over vluchtelingen en asiel vaker. Zij noemen dat de instroom van asielzoekers extra druk op de krappe woningmarkt en voorzieningen oplevert. De zorgen van Nederlanders over de verschillen in de samenleving (35%) en goede zorg (34%) leven breed verspreid.
Wanneer het hen gevraagd wordt, valt op dat Nederlanders zich vooral zorgen maken over veiligheid in de wereld (52%). Deze zorgen richten zich op aanhoudende conflicten, zoals in Oekraïne en het Midden-Oosten, en over de mogelijke impact daarvan op Nederland. Daarbij leeft ook de zorg over bredere geopolitieke spanningen, de opkomst van autocratische regimes en een verzwakking van de democratische rechtsorde wereldwijd. Namen als Trump en Poetin worden daarbij regelmatig genoemd. Naast oorlog en geweld maken Nederlanders zich ook zorgen over moderne dreigingen zoals cyberaanvallen. Al met al leiden deze sentimenten tot het gevoel dat de democratie onder druk staat.
Daarnaast maakt bijna de helft van de Nederlanders (46%) zich zorgen over de woningnood. Deze zorgen gaan niet alleen over hun eigen woonsituatie, maar vooral over de kansen voor jongeren en starters. Veel mensen vinden dat er te weinig betaalbare huur- en koopwoningen zijn, wat zowel starters als de doorstroming op de woningmarkt belemmert. Veel invullers uiten frustratie over het feit dat de prijzen jarenlang zijn gestegen zonder dat het aanbod evenredig is meegegroeid. Nederlanders hebben hierbij het gevoel dat wonen, een basisbehoefte, voor steeds meer mensen buiten bereik raakt.
De val van het kabinet kwam voor veel Nederlanders niet als een verrassing: bijna twee derde (64%) geeft aan dat het kabinet toch wel zou vallen. Veel Nederlanders vinden het dan ook niet erg dat het kabinet is gevallen. Zo staat bijna zes op de tien Nederlanders positief tegenover de val van het kabinet, en zegt meer dan de helft (53%) opgelucht te zijn dat het kabinet is gevallen.
De politieke voorkeur van mensen speelt hierbij duidelijk een rol. Kiezers van oppositiepartijen zijn overwegend positief over de kabinetsval — met uitzondering van SGP-stemmers — terwijl stemmers van de voormalige coalitiepartijen aanzienlijk minder positief zijn.
De meningen over de gevolgen voor Nederland zijn meer verdeeld: bijna de helft van de Nederlanders denkt dat de kabinetsval goed is voor het land, terwijl ongeveer vier op de tien het juist als een slechte ontwikkeling zien. Ook over de rechtvaardigheid van de val lopen de oordelen uiteen: 51% vindt het terecht, tegenover 33% die het onterecht vindt.