Bestuursvoorzitter Isala Michéle Blom: ‘Ik wil zo veel mogelijk van Isala zien’

Als bestuurder moet je regelmatig je kamer uit lopen en luisteren naar iedereen die in je organisatie werkt. Dat zegt Michéle Blom als bestuursvoorzitter en opvolger van Rob Dillmann. Blom is een vrouw met veel bestuurlijke ervaring. Ze was directeur-generaal Rijkswaterstaat bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en werkte ze daarvoor als directeur-generaal Straffen en Beschermen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Michéle Blom zegt: ‘Ik hoop veel in de organisatie te zijn. Natuurlijk zal ik regelmatig aan tafel zitten voor vergaderingen of overleg. Maar het liefste ga ik op pad. Dat is juist zo leuk aan bestuurder zijn. Je kunt overal meekijken en zo leer ik hoe een organisatie werkt. Van nature ben ik een nieuwsgierig mens. Als ik beslissingen moet nemen, moet ik weten wat die beslissing oplost of wat juist niet. Dan kan alleen als je de werkvloer oploopt. Pas dan kun je het snappen. Ik wil zo veel mogelijk van Isala zien maar ook wil ik graag kennismaken met de andere zorgverleners van onze patiënten, zoals huisartsen en ouderenzorg. Ik verheug mij erop.’'

Over haar nieuwe baan bij Isala zegt ze: '‘Ik wil alles zien, de processen begrijpen en op veel afdelingen meelopen. Onlangs stond ik bij Rijkswaterstaat nog met mijn laarzen, bouwhelm en veiligheidshesje in een bouwput. Rijkswaterstaat is net als Isala groot en divers. Dus een blauw OK-pak? Zeker, dat jij mij daar in zult zien.’'

'‘Ik heb geleerd dat wij het anders moeten doen. Het behouden en werven van nieuw personeel gaat op de traditionele wijze niet meer. Je moet er met een andere bril naar kijken. Zo zijn wij ook gaan zoeken naar “ongeschikt” personeel. Daarmee bedoel ik mensen die misschien niet de opleiding en ervaring hebben die je eigenlijk wilt, maar wel graag bij jouw organisatie willen werken. Wij leiden ze dan zelf op. Als het gaat om het binden van mensen is het belangrijk dat nieuwe collega’s zich welkom voelen en dat zij zeggenschap hebben over hun werk.’'